Medicijnen bij Alopecia Areata


Bij haaruitval schiet iedereen in de stress en is de gang naar de dokter snel gemaakt. Er zijn aardig wat oorzaken voor haaruitval, dus de arts begint meestal met bloedonderzoek. Dan word je al snel doorgestuurd naar de dermatoloog zodat die kan uitvogelen wat de precieze vorm is.

Bij alopecia areata stelt de dermatoloog de vorm vast door naar je hoofdhuid te kijken. Af en toe is het niet mogelijk op deze manier de diagnose alopecia areata te stellen en is meer onderzoek nodig. Dat extra onderzoek bestaat vrijwel altijd uit het afnemen van een biopt van de huid bij de kale plek. Bij het afnemen van zo’n huidbiopt wordt onder plaatselijke verdoving een huidstukje ter grootte van enkele millimeters verwijderd. Dit stukje wordt opgestuurd naar de patholoog die onder de microscoop kan beoordelen of de kenmerken van alopecia areata aanwezig zijn.

Alopecia areata is een verzamelnaam voor pleksgewijze haaruitval. De vorm met kleine kale plekje komt het meest voor, maar je hebt onder andere ook een vorm waarbij de haren voornamelijk op het achterhoofd uitvallen (ophiasis type alopecia areata), een vorm waarbij alle haren van het hoofd uitvallen (alopecia areata totalis), een vorm waarbij alle haren van het lichaam uitvallen (alopecia areata universalis), en zelfs een vorm waarbij er geen echt kale plekken ontstaan, maar het haar alleen dunner wordt (alopecia areata diffusa).

Omdat alopecia areata vaak vanzelf overgaat zijn dermatologen niet happig om medicijnen voor te schrijven. Want het is vaak niet duidelijk of het haar terug is omdat het toch zou zijn terug gekomen of vanwege de medicijnen.

Bij kinderen zijn dermatologen al helemaal niet geneigd om medicijnen voor te schrijven.
Areata kan bij kinderen al op vrij jonge leeftijd voorkomen. Soms hebben de ouders er dan meer last van dan de kinderen. Een paar jaar geleden was er een kinderdermatoloog op een bijeenkomst van de Alopecia Vereniging. Die vroeg de aanwezige ouders, die allemaal kinderen hadden met alopecia areata, die allemaal stad en land hadden afgezocht naar een genezing voor hun kinderen: “Wetend wat je nu weet, zou je dan weer de medicijnen proberen bij je kind?”
Het overgrote deel zei: “Nee”. Zelf als volwassenen wilden ze graag alles gebruiken wat zou helpen, maar om dat toe te passen op hun kinderen was toch vaak een stap te ver. En ouders die dat wel hadden gedaan, wilden dat nu niet meer doen. Waarschijnlijk omdat dit soort middelen vaak erger zijn dan de kwaal en jonge kinderen wil je niet blootstellen aan bijwerkingen waar ze mogelijk hun hele leven last van kunnen blijven houden, alleen om een cosmetisch probleem op te lossen. Daarmee bagatelliseer ik het probleem niet; ik weet hoe erg haaruitval is, ook voor kinderen. Zeker ook omdat als je het als kind krijgt, de kans veel kleiner is dat het vanzelf weer terugkomt. Vaak blijft je haar dan je hele leven weg. En zelfs met een hele liefhebbende familie is de puberteit een tijd die veel stress kan opleveren, ook als je niets mankeert. Zonder haar is het tien keer zo erg.

Zijn er medicijnen die echt helpen bij alopecia areata? Het valt vaak erg tegen.

Corticosteroïden (bijnierschorshormonen)
Meestal begint een arts hiermee. Ze remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties.
Er zijn verschillende merken die meestal worden voorgeschreven in lotionvorm.

Minoxidil
Minoxidil is ontwikkeld als bloeddrukverlagend middel, maar blijkt tevens een stabiliserend en stimulerend effect te hebben op de cellen van het haarzakje. Bovendien zet het de cellen tot deling aan en verlengt het de groeifase van het haar. Minoxidil werkt het beste in een concentratie van 5 procent, een versterkte concentratie die bij de apotheek besteld kan worden. Een behandeling met minoxidil wordt bijna uitsluitend voor volwassenen voorgeschreven. Een bescheiden effect is min of meer wetenschappelijk aangetoond, maar een algehele teruggroei van het haar is niet erg waarschijnlijk.
Een nadeel is dat wanneer gestopt wordt met het gebruik van minoxidil, het haar weer kan uitvallen. Ook zijn er bijwerkingen als haargroei in het gezicht, hartritmestoornissen en hoofdpijn. Minoxidil wordt niet vergoed door de ziektekostenverzekering.

Prikkeltherapie
De prikkeltherapie bestaat uit het aanbrengen van zalven, crèmes of lotions, die irritatie opwekken van de hoofdhuid. Een voorbeeld hiervan is Pekelharing-lotion. Of prikkeltherapie effectief is, mag worden betwijfeld. Een stof die voor therapie gebruikt wordt is capsaïcine, een irriterende stof die ook in Spaanse pepers zit. De stof wordt niet als schadelijk gezien.
Diphencyprone (DPC)
Is er sprake van ernstiger haaruitval, dan kiezen dermatologen soms een behandeling waarbij de patiënt bewust allergisch gemaakt voor een stof, vaak diphencyprone (DPC). Deze stof wordt regelmatig op de hoofdhuid aangebracht. De bedoeling is dat de eczeemreactie van de hoofdhuid het ontstekingsproces dat de haaruitval veroorzaakt, afremt. De afweercellen die zich bij alopecia areata rond de haarwortels bevinden, verplaatsen zich naar het oppervlak van de huid waar de diphencyprone wordt aangebracht.
Deze behandeling is soms effectief. Het veroorzaakt veel jeuk en irritatie. Als de behandeling effectief is dan blijft het goede resultaat alleen bestaan zolang je ermee doorgaat. Er zijn maar weinig dermatologen in Nederland en Vlaanderen die deze behandeling toepassen. Dat kan ermee te maken hebben dat de behandeling betaald wordt uit het ziekenhuisbudget.
Dithranol
Van Dithranol wordt verondersteld dat deze alopecia areata iets zou kunnen verbeteren. Echte harde bewijzen hiervoor zijn nog niet geleverd. Er zijn artsen die goede ervaringen met dithranol beschrijven, maar ook zijn er teleurstellende conclusies.
Dithranol ontleent zijn werking waarschijnlijk door beïnvloeding van de manier waarop de cellen van het afweersysteem op elkaar reageren. De meeste ervaring ermee is opgedaan bij patiënten met psoriasis. Deze huidziekte reageert vaak bijzonder gunstig op dithranol.

Lichttherapie / ultravioletbehandeling
In combinatie met bepaalde medicijnen (psoralenen) wordt de aangedane huid bestraald met ultraviolet licht (UVA). Deze behandeling wordt de PUVA-therapie genoemd. Het UV-licht heeft een afweer-afremmende werking. Bij een deel van de patiënten geeft dat in het begin een goed resultaat.
Naarmate meer haar terugkeert kan het licht minder goed op de huid komen en valt het haar meestal weer uit. Ook bij het stoppen van de behandeling valt het teruggekomen haar vrijwel altijd weer uit. Soms wordt ook de verwante fotochemotherapie toegepast. Bij langdurig gebruik is de kans op huidkanker duidelijk vergroot.

Immuunreacties onderdrukken met ciclosporine
Ciclosporine is een middel dat voortkomt uit de transplantatiegeneeskunde. Het onderdrukt de afstotingsreacties van getransplanteerde organen. Inmiddels wordt het ook met succes gebruikt bij aandoeningen waarbij het immuunsysteem verstoord is zoals bij psoriasis en constitutioneel eczeem.
Het middel kent nogal ernstige bijwerkingen, zoals onder andere beschadiging van de nieren en hoge bloeddruk. Daarom worden de patiënten die het gebruiken voortdurend scherp gecontroleerd. Met name bij langer gebruik neemt het risico toe. Het middel geneest niet, maar onderdrukt de natuurlijke afweer van het lichaam. Voor levensbedreigende situaties, zoals het handhaven van getransplanteerde organen, is het onontbeerlijk.
Door de ernstige bijwerkingen die bij langdurig gebruik vaak optreden willen artsen dit middel meestal niet gebruiken bij een niet levensbedreigende aandoening zoals alopecia areata.

Biologicals
Verondersteld wordt dat zowel psoriasis als alopecia areata voor een belangrijk deel het gevolg te zijn van een reactie van de T-cellen. Dit wil zeggen dat psoriasis en alopecia areata beiden veroorzaakt worden door een fout van het afweersysteem. Daarom werden immunomodulators of ‘biologicals’ ook geprobeerd bij alopecia areata. Er zijn ervaringen opgedaan met patiënten die om andere redenen dan alopecia areata één van deze middelen kregen, maar helaas waren deze ervaringen bijna altijd teleurstellend.
Biologicals worden in de praktijk niet gebruikt voor alopecia areata omdat deze middelen zeer duur zijn en niet bewezen effectief. Bij psoriasis worden biologicals alleen vergoed wanneer alle andere middelen tevergeefs zijn geprobeerd.

JAK Inhibitors (tofacitinib, ruxolitinib)
Tofacitinib is een zogenaamde selectieve Janus kinase 1/3 remmer en heeft tal van effecten op de activiteit van bepaalde witte bloedcellen, T-lymfocyten. We gaan er van uit dat T-lymfocyten ook een belangrijke rol spelen bij auto-immuunziekten, zoals alopecia areata. In een proefdieronderzoek met muizen was al gebleken dat middelen als tofacitinib een gunstig effect op alopecia areata zou kunnen hebben.
Op dit ogenblik wordt in een onderzoek gekeken naar de werkzaamheid van een soortgelijk medicijn als tofacitinib, namelijk ruxolitinib, bij alopecia areata.
Beide medicijnen zijn nog niet goedgekeurd voor behandeling van alopecia areata in Europa en dat kan ook nog jaren duren. En het kan ook nog dat vanwege het risico op ernstige infecties de middelen nooit worden goedgekeurd voor de behandeling van alopecia areata.
Mogelijk wordt er een lotion om crème ontwikkeld met JAK inhibitors waardoor het werkzaam kan zijn zonder veel schadelijke bijwerkingen.
Bij een onderzoek uit 2017 bleken de resultaten met JAK inhibitors teleurstellend: minder dan 5% tijdelijk resultaat.