Behandeling van zeldzame vormen van haaruitval


Het eerste waarvoor iemand naar de huisarts gaat als je last krijgt van haaruitval is een medicijn wat zorgt dat je haar weer volledig terug groeit. Helaas bestaat zo’n medicijn niet. Als het probleem wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld ijzertekort of schildklierproblemen, dan is de kans groot dat de haargroei wel weer herstelt. Maar er zijn een heleboel vormen van alopecia (vaak zeldzame vormen) waar geen medicijnen voor zijn. Dan kun je alleen maar camoufleren.
Hieronder vind je ze op een rijtje.

Alopecia cicatricialis
Alopecia cicatricialis is een vorm van kaalheid die optreedt door littekenvorming op de (hoofd)huid. Omdat op het littekenweefsel geen haargroei plaatsvindt, ontstaan er kale plekken, afhankelijk van de omvang van de littekens.
Er is een scala van redenen waarom littekenvorming kan optreden. Verbranding, verwonding, infectie, schimmelvorming en aangeboren afwijkingen kunnen hiervan de oorzaak zijn.
Het is van belang om bij een actieve aandoening, die tot littekenvorming kan leiden, een dermatoloog te raadplegen. De dermatoloog zal, om verdergaande schade te beperken, de aandoening zo snel mogelijk proberen te genezen.
Meestal is alopecia cicatricialis goed te herkennen doordat littekenweefsel gladder is en vaak ook een andere kleur heeft dan de niet aangetaste huid. Littekenweefsel bevat geen haarfollikels. Op de plaatsen waar zich littekenweefsel bevindt kan dus geen haar groeien. Het is niet mogelijk daar de haargroei weer op gang te brengen. De behandeling van alopecia cicatricialis blijft beperkt tot het behandelen van oorzaken om erger te voorkomen.

Alopecia traumatica
Alopecia traumatica lijkt enigszins op trichotillomanie, in de zin dat de haaruitval vaak een gevolg is van een externe oorzaak.
Bij alopecia traumatica is de haaruitval het ongewilde gevolg van bijvoorbeeld permanenten of ontkroezen, een ongeluk of verbranding. De haren beschadigen hierdoor en breken af. Als bij de verbranding niet alleen de haren, maar ook de huid verbrandt, kan er littekenweefsel ontstaan waardoor de haargroei op die plaats wordt belemmerd (alopecia cicatricialis).
Alopecia traumatica is goed te herkennen doordat er veel afgebroken haren zichtbaar zijn. Alopecia traumatica kan echter worden aangezien voor trichotillomanie of omgekeerd. Toch is het van belang dat de juiste diagnose wordt gesteld. Om toekomstig haarverlies te voorkomen is het noodzakelijk de juiste oorzaak van het haarverlies te kennen.
Net als voor trichotillomanie, is er voor alopecia traumatica geen behandeling. De oorzaak – de ‘mishandeling’ van het haar – moet worden weggenomen. Zodra de haren niet meer worden afgebroken, zal de haardos zich op een normale wijze herstellen. Indien de alopecia traumatica de haarfollikels heeft aangetast of littekenvorming van de huid is opgetreden, kan op die plaatsen de haargroei blijvend verstoord zijn.

Trichotillomanie
Trichotillomanie is feitelijk geen haarziekte in de gangbare betekenis van het woord. Bij trichotillomanie vallen de haren niet uit door een lichamelijke oorzaak.
De haaruitval wordt veroorzaakt door een dwangmatige neiging de eigen haren uit te trekken.
Bij kinderen komt deze dwangmatige neiging veel vaker voor dan bij volwassenen. Ongeveer twee keer zoveel meisjes als jongens lijden aan deze psychiatrische aandoening, want zo wordt deze aandoening wel ingedeeld.
Omdat mensen vaak ontkennen dat ze hun eigen haren uittrekken, zal het vaak lastig zijn de juiste diagnose te stellen. De verschijningsvorm van trichotillomanie kan veel lijken op alopecia areata. Een goed onderzoek door de dermatoloog kan dit verschil wel aan het licht brengen. Zo zijn er bij trichotillomanie veel afgebroken haren te zien. Alopecia areata kent dit beeld niet: daar zijn vaak de ‘uitroeptekenharen’ aanwezig, wat duidt op verminderde haargroei.
Er bestaat geen behandeling van deze aandoening op basis van medicatie. Als de dermatoloog door middel van een haarwortelonderzoek, bloedonderzoek of eventueel een weefselonderzoek (biopsie), ervan overtuigd is dat er sprake is van trichotillomanie, dan is het zaak dat de patiënt wordt doorverwezen naar een psychodermatoloog, psycholoog of psychiater. Het stoppen met het trekken aan de eigen haren is de enige oplossing voor dit probleem. Het is mogelijk dat er inmiddels blijvende schade aan de haarfollikels is aangebracht, waardoor volledig herstel van de haargroei misschien niet meer mogelijk is.

Alopecia diffusa
Een voor veel mensen bekend verschijnsel is een onverwachte overmatige haaruitval. Er is dan mogelijk sprake van tijdelijk haarverlies of ‘effluvium’.
De haaruitval vindt dan plaats over de hele hoofdhuid en niet, zoals bij alopecia areata, pleksgewijs. Men spreekt dan van ‘alopecia diffusa’.
Alopecia diffusa (diffuse kaalheid) kan het gevolg zijn van een ernstige ziekte met hoge koorts, of het contact met hoge doses van middelen zoals thallium (rattengif), vitamine A en retinoïden (van vitamine A afgeleide middelen die worden gebruikt bij de behandeling van leukemie). Ook kunnen nogal wat geneesmiddelen tegen kanker kaalheid veroorzaken. Kaalheid kan ook het gevolg zijn van onvoldoende werking van de schildklier of hypofyse, of zelfs van zwangerschap. De haaruitval kan drie of vier maanden na de ziekte of andere aandoening, doorgaan. De haaruitval is meestal tijdelijk en het haar groeit weer aan.
Vaak weet de patiënt al dat er sprake is van een ziekte en dat de medicijnen die worden gebruikt, haaruitval kunnen veroorzaken. Soms is de haaruitval het eerste signaal dat er iets aan de hand is. Stress of vitaminetekort spelen normaal gesproken geen rol bij deze vorm van kaalheid. Wellicht dat zeer extreme stress van invloed is. In Nederland is er over het algemeen geen vitaminetekort van betekenis voor alopecia diffusa.
De oorzaak van alopecia diffusa hoeft niet alleen in de huid te liggen maar kan ook een stofwisselingsstoornis zijn. Schildklierstoornissen, ijzergebrek (streng vermageringsdieet), intoxicatie met lood, narcose of contact met bepaalde planten zoals de paternosternoot, de mimosin en het kruidje-roer-me-niet kunnen haaruitval veroorzaken.

Behandeling van alopecia diffusa bestaat uit het aanpakken van de oorzaak. Dit betekent: het – indien mogelijk – aanpassen van het medicijngebruik, het verbeteren van het voedingspatroon of het vermijden van het contact met bepaalde stoffen of planten.
Na het bestrijden van de oorzaak zal de haargroei zich herstellen. Het is echter mogelijk – vooral als er sprake was van zeer sterke haaruitval – dat de haargroei niet volledig herstelt.

Telogeen effluvium
Telogeen effluvium of telogeen haarverlies is een overmatige uitval van haren door een verstoring van de haargroeicyclus. De normale haarcyclus bestaat uit 3 fasen: De groeifase die ongeveer drie jaar duurt. 85-90% van de haren zit in deze fase. Daarna volgt de overgangsfase van groei naar rust. Deze fase duurt enkele weken. Dan volgt de rustfase. Aan het eind van de rustfase van gemiddeld zo’n 4 maanden valt een haar uit en wordt een nieuwe haar gevormd. Normaal gesproken verliezen we zo’n 50 tot 100 haren per dag.

Acuut en chronisch telogeen effluvium
Bij de acute vorm is er meestal een gebeurtenis die die haargroei verstoort zoals een bevalling (komt vaak voor), een ernstige ziekte, een periode met hoge koorts, een operatie onder narcose, bloedingen, het stoppen met een anticonceptiepil of een streng dieet. Het is onbekend of stress een factor is. Bij een derde van de patiënten wordt geen oorzaak gevonden. Vaak komt de haaruitval zo’n 2 tot 5 maanden na de gebeurtenis.

Van de chronische vorm is sprake wanneer het haarverlies langer dan 6 maanden blijft bestaan. Dit kan veroorzaakt worden door langdurige of herhaaldelijke uitlokkende factoren. Andere oorzaken kunnen zijn: schildklierafwijkingen, bloedarmoede en bepaalde geneesmiddelen zoals bloedverdunners, betablokkers, schildklierremmers, middelen op basis van vitamine A en chemotherapie.
Ook kunnen bepaalde aandoeningen haarverlies veroorzaken zoals ziekten van de alvleesklier, lever en nieren. Ook HIV/Aids, kanker, syfilis en systemische lupus erythematodes kunnen haaruitval veroorzaken net als chronische huidziektes, een aantal vormen van eczeem en psoriasis. Verder kunnen tekorten in de voeding (biotine, eiwit, essentiële vetzuren, koper, selenium, ijzer en zink), hormonale oorzaken (alopecia androgenetica, suikerziekte of gebruik van hormoonpreparaten) een rol spelen.
Telogeen haarverlies is alleen bekend bij vrouwen. Mogelijk gaan mannen er niet mee naar de dokter. De chronische vorm komt vooral voor bij vrouwen tussen 30 en 50 jaar.
Het duurt vrij lang voordat het haarverlies zichtbaar is, omdat je daarvoor 20-50% van je haar moet hebben verloren.
Kenmerkend voor telogeen haarverlies is de haarwortel die als een licht knopvormig uiteinde los aan de uitgevallen haren zit.
De arts stelt de diagnose door te vragen naar uitlokkende factoren en door bloedonderzoek. De arts kan ook wat haren uittrekken om te bekijken en een biopt nemen.
Bij telogeen effluvium is er sprake van gelijkmatig haarverlies en de haargrenzen kunnen teruglopen. Er zijn geen plaatselijke haarverdunningen te zien zoals bij alopecia androgenetica. Er zijn ook geen afwijkingen van de hoofdhuid. Haaruitval in de familie komt meestal niet voor en voordat men telogeen effluvium krijgt kunnen mensen lang en dik haar hebben gehad.

Acuut telogeen effluvium gaat vanzelf over en hoeft dus niet behandeld te worden. Wel kan het maanden tot jaren duren voordat de haardichtheid weer op hetzelfde niveau is als voor de haaruitval.
Bij chronisch telogeen effluvium moet de oorzaak worden opgespoord en gestopt. Medicijnen moeten minimaal 3 maanden worden gestopt, om te kunnen bepalen of ze de oorzaak zijn.
Er zijn geen medicijnen om de haargroei te bevorderen of te versnellen en er is niets anders te doen (behalve de oorzaak wegnemen) dan geduld te hebben. Ook de chronische vorm kan herstellen, maar het kan wel maanden tot jaren duren. Ook als er geen oorzaak is gevonden kan spontaan herstel optreden.